Leuker, kun je het maken.
Een jaartje of 30 geleden, stelden mensen me regelmatig dezelfde vraag. “Ben je niet bang dat alles gaat hangen als je strakjes ouder bent”? Dat was in de tijd dat ik gemiddeld 7 dagen per week in de sportschool te vinden was. Nu, vele jaren later, stellen diezelfde mensen me regelmatig een andere vraag. “Hoe houd je dit zo lang vol”? In de tussentijd is er eigenlijk niet zo heel veel veranderd. Ik ben nog steeds, 7 dagen per week, in de sportschool te vinden. Alleen niet meer recreatief. Onderweg is het mijn beroep geworden. En juist dat, onderweg, is eigenlijk mijn antwoord op beide vragen.
Toen ik jonger was, maakte ik me eigenlijk nooit druk over hoe ik er later uit zou zien. Nu ik wat verder ben, maak ik me eigenlijk ook nooit druk over ‘het volhouden’.
Een paar weken geleden werd mijn aandacht getrokken door een reclamespotje van de overheid. “Krachttraining is goed voor de gezondheid”. Tenminste, dat vindt de overheid. En meteen stelde ik mezelf de vraag of die wijsheid mensen zover zal brengen om iets aan krachttraining te gaan doen ?
Ik begon ooit zelf in de achtertuin van mijn ouders. Een bezemsteel met emmertjes. Twee lompe ijzeren hamers uit de molen van een meelfabriek. Dat waren mijn eerste ‘halters’ en ‘dumbells’. De oefeningen deed ik na, uit een boek van Arnold Schwarzenegger. Met alle wijsheid die ik nu in pacht heb kan ik u met vrij grote zekerheid vertellen dat het werkelijk nergens op sloeg wat ik met die bezemsteel en die hamers deed. Maar iets in mij vond het leuk. Iets dreef mij, om in plaats van 5 keer de bezemsteel boven mijn hoofd te tillen deze 6 keer boven mijn hoofd te tillen. Van 5 naar 6. Dat was zo’n beetje mijn concrete doel. Mijn eerste heuse fitnessschema. De twee hamers gebruikte ik als dumbells. Ik trainde er mijn armen mee, tenminste, die deden behoorlijk pijn als ik met die hamers had staan zwaaien. De ene dag 7 keer. De volgende dag 8 keer. En 4 dagen later 9 keer. In de avond, voor het slapen gaan, ging ik dan stiekem voor de spiegel staan in de douche. Vol overtuiging spande ik dan mijn biceps aan, om vervolgens héél teleurgesteld vast te stellen dat die er nog steeds hetzelfde uitzagen. Dun en klein. Maar een dag later stond ik weer in de achtertuin. Van 9 keer met de hamers zwaaien ging ik naar 10 keer. Apetrots! Want het was me toch weer gelukt om er ééntje meer te doen. En zo ploeterde ik door. Van bezemsteel naar halter, van hamer naar dumbell. Van simpele oefeningen naar complexere oefeningen. Van hier naar daar, maar altijd onderweg.
En jazeker, ik droomde van een mooie fysiek. Van een gespierd lichaam en blokjes op de buik. Onderarmen zoals die van Popeye en schouders zoals die van Arnold Schwarzenegger. En in al die jaren van training, heb ik mezelf eigenlijk nooit afgevraagd wat de overheid ervan zou vinden dat ik aan krachttraining deed. Ik heb ook nooit de behoefte gehad om een foto van mezelf op te sturen naar Den Haag of om aan Mark Rutte te vragen of ik wel echt goed bezig was.
Want wat schieten we er nou daadwerkelijk mee op lieve mensen? Gaan we met z’n allen gewichtheffen in De Tweede Kamer of armpje drukken met Geert Wilders ?
Het antwoord van mij is rete-eenvoudig. Ik houd dit al 35 vol omdat ik het LEUK vind. En dat laatste wil ik u echt graag meegeven. Krachttraining is LEUK. Geef het een kans. U zult ontdekken dat u het zelf steeds LEUKER kunt maken. Onderweg !!!